-
1 rekening
♦voorbeelden:een rekening afdoen • régler une factureober, mag ik de rekening? • garçon, l'addition s'il vous plaîtiemand de rekening (voor iets) presenteren • demander des comptes à qn.een rekening sturen • envoyer une factureeen rekening voor voldaan tekenen • acquitter une factureeen open rekening • un compte ouverteen rekening openen • ouvrir un comptein rekening brengen • facturerop rekening kopen • acheter à créditop rekening van • sur le compte de〈 figuurlijk〉 iets op iemands rekening schrijven • mettre qc. sur le compte de qn.dat is geheel voor rekening van de schrijver • la responsabilité en revient entièrement à l'auteurrekening houden met iets, iemand • tenir compte de qc., qn.voor uw rekening en verantwoording • à vos risques et périls -
2 giro
♦voorbeelden:2 heb je (een) giro? • tu as un C.C.P.?storten op de giro van iemand • verser sur le compte chèque (postal) de qn. -
3 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter -
4 hebben
1 [algemeen] avoir2 [verdragen] supporter♦voorbeelden:gelijk hebben • avoir raisonmag ik dat potlood even van je hebben? • je peux t'emprunter ton crayon une seconde?〈 zelfstandig〉 iemands hele hebben en houden • toutes les possessions de qn.(het) met iemand te doen hebben • plaindre qn.dagelijks met iemand te doen hebben • avoir journellement affaire à qn.je hebt alleen maar te doen wat ik zeg • tu n'as qu'à faire ce que je te disgeen klagen hebben • ne pas avoir à se plaindremag ik dat hebben? • je peux l'avoir?iets moeten hebben • vouloir absolument qc.van wie heb je dat? • qui t'a dit ça?hoe laat heb je het? • quelle heure as-tu?hoe heb ik het nu, hoe hebben we het nu met elkaar? • que faut-il penser de tout cela?het druk hebben • être très occupéwij hebben het goed met elkaar • nous nous entendons bienhoe heb ik het nu met je? • qu'est-ce que tu me fais là?ik heb het niet uit mijzelf • je ne l'ai pas inventéhebt u nog iets? • d'autres questions?het heeft er veel van dat … • tout porte à croire que … 〈+ aantonende wijs〉men weet niet wat men aan hem heeft • on ne sait jamais à quoi s'en tenir sur son compteiets bij zich hebben • avoir qc. sur soihet in zijn rug hebben • souffrir du doszij hebben iets met elkaar • ils ont une liaisoniets vrolijks over zich hebben • avoir l'air joyeuxiemand tot man hebben • avoir qn. pour marivan wie heeft hij dat? • de qui tient-il cela?veel van iemand hebben • tenir beaucoup de qn.zij heeft het niet van een vreemde • elle a de qui tenirhij heeft er niets op tegen • il n'a rien contreeen klap van heb ik jou daar • une gifle magistrale2 hij kan niet veel hebben • 〈m.b.t. drank〉 il ne supporte guère l'alcool; 〈 vlug overstuur〉 il panique très viteiets kunnen hebben • pouvoir supporter qc.iets niet willen hebben • ne pas vouloir de qc.〈 pejoratief〉 wat moet je (van me) hebben? • qu'est-ce que tu me veux?ik moet er niets van hebben • 〈 niets mee te maken〉 je ne veux pas en entendre parler; 〈 houd er niet van〉 très peu pour moi, mercimoet je net Freek hebben • et c'est à Freek que tu demandes ça?; 〈 dat is dé man〉 oh! alors Freek, c'est l'homme qu'il (te, nous) fautwaar wil je me hebben? • où veux-tu que je me mette?nu kom je waar ik je hebben wil • maintenant tu vois où je veux en venirwat had u gehad willen hebben? • vous désirez?iets zus of zo (gedaan) willen hebben • vouloir (qu'on fasse) qc. de telle ou telle façonwe zullen hem hebben • on l'auradan heb je dat • voilà, c'est ce qui arrivedaar zullen we (zul je) het hebben • il va y avoir du pétarddaar hebben we het (gedonder) • ça y est, voilà les emmerdements qui (re)commencentdaar heb je het al • nous y voilàje hebt ook groene druiven • il y a aussi des raisins verts〈 in opsommingen〉 daar heb je … • (alors) voilà …ik heb niets aan die prullen • cette camelote ne me sert à rienwat zullen we nu hebben • allons bon, quoi encore?daar heb je hem lelijk mee • là tu le tiens biendat heb je ervan • on pouvait s'y attendrede hoeveelste hebben we? • on est le combien aujourd'hui?liever hebben • aimer mieuxhij had het niet meer • il n'en pouvait pluswel heb ik ooit! • a-t-on jamais (vu)!heb je ooit van je leven! • a-t-on jamais vu de la vie!ik heb het niet op hem • je ne l'aime pasik zal het er met hem over hebben • je lui en parleraiik heb het tegen jou • c'est à toi que je parlehem om hebben • être bourré→ link=god godII 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoorden] avoir ⇒ 〈 met wederkerend werkwoord, sommige werkwoorden die een beweging uitdrukken〉 être♦voorbeelden:gelachen dat we hebben! • qu'est-ce qu'on a ri!hij heeft het weggegeven • il l'a donné -
5 zetten
1 [doen zitten] asseoir2 [plaatsen] mettre3 [aannemen] prendre4 [bereiden] préparer5 [in de vereiste stand brengen] remettre (en place)6 [drukwezen] composer7 [verwedden] miser♦voorbeelden:een huis (laten) zetten • (faire) construire une maisonstoelen zetten • placer des chaisesiemand gevangen zetten • écrouer qn.geld vast zetten • bloquer une somme d'argentde muziek zachter zetten • baisser le son de la musiqueiemand eruit zetten • expulser qn.knopen aan een jas zetten • coudre des boutons à un pardessusiets in elkaar zetten • monter qc.geld op zijn rekening zetten • verser de l'argent sur son compteiets op zijn plaats zetten • ranger qc.〈 figuurlijk〉 zich over iets heen zetten • digérer qc.het zetten van een tekst • la composition d'un texte¶ iemand niet kunnen zetten • ne pas pouvoir sentir qn.zich aan iets zetten • se mettre à qc.iemand aan het werk zetten • mettre qn. au travailalles op alles zetten • faire l'impossible (pour que <+ aanvoegende wijs>)het op een lopen zetten • prendre ses jambes à son couhet op een huilen zetten • se mettre à pleurer -
6 aanrekenen
-
7 aanschrijven
1 [in rekening brengen] mettre sur le compte de2 [ambtshalve bevelen] sommer (qn. de faire qc.); 〈 berichten〉 notifier (qc. à qn.); 〈 convoceren〉 convoquer (qn.) -
8 die kletspraat die over haar de ronde doet
Deens-Russisch woordenboek > die kletspraat die over haar de ronde doet
-
9 geld op zijn rekening zetten
geld op zijn rekening zetten -
10 iets op iemands rekening schrijven
iets op iemands rekening schrijvenmettre qc. sur le compte de qn.Deens-Russisch woordenboek > iets op iemands rekening schrijven
-
11 kletspraat
kletspraat, kletspraatje♦voorbeelden:ontvankelijk zijn voor kletspraat • prêter une oreille complaisante aux potinsdie kletspraat die over haar de ronde doet • les ragots qui courent sur son compte -
12 men weet niet wat men aan hem heeft
men weet niet wat men aan hem heeftDeens-Russisch woordenboek > men weet niet wat men aan hem heeft
-
13 op rekening van
op rekening van -
14 opschrijven
1 noter♦voorbeelden: -
15 schrijf het maar (voor mij) op
schrijf het maar (voor mij) op -
16 schrijven
1 écrire♦voorbeelden:die pen schrijft niet prettig • ce stylo n'écrit pas bienwij schreven ƒ 1000,- bij zijn saldo • nous avons versé 1000 florins sur son compteloochenen schrijft men met twee o's • ‘loochenen’ s'écrit avec deux oiemand om geld schrijven • écrire pour demander de l'argent à qn.op een advertentie schrijven • répondre à une annonceeen schrijven • une missive -
17 storten op de giro van iemand
storten op de giro van iemandverser sur le compte chèque (postal) de qn. -
18 weten wat men aan iemand heeft
être fixé sur le compte de qn. -
19 wij schreven ƒ 1000,- bij zijn saldo
wij schreven ƒ 1000,- bij zijn saldoDeens-Russisch woordenboek > wij schreven ƒ 1000,- bij zijn saldo
-
20 rekenen
1 [met getallen werken] calculer2 [de rekening opmaken] compter3 [+ op][rekening houden met] tenir compte (de)4 [vertrouwen] compter (sur)♦voorbeelden:ik heb even zitten rekenen, maar het wordt een heel bedrag • j'ai fait quelques (petits) calculs, mais ça va faire une grosse sommein guldens rekenen • compter en florinshet rekenen • le calculdoor elkaar gerekend • en moyennedaar mag je wel op rekenen! • tu peux en être sûr!reken op drie uur vertraging • attends-toi à trois heures de retardII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [tellen] compter2 [vragen] demander (pour)3 [begrijpen onder] compter (parmi, au nombre de)4 [achten] estimer5 [in aanmerking nemen] considérer6 [veronderstellen] admettre♦voorbeelden:2 hoeveel rekent u daarvoor? • combien demandez-vous pour cela?4 ik reken mij bevoegd om … • je m'estime apte à …5 je moet rekenen dat … • n'oublie pas que …reken maar! • je t'en donne!als je rekent dat het een uur rijden is! • et dire qu'il faut une heure de voiture!6 reken dat hij komt, dan zijn we met z'n dertienen • admettons qu'il vienne, nous serons treize
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Sur le compte de quelqu'un — ● Sur le compte de quelqu un à son sujet … Encyclopédie Universelle
Mettre quelque chose sur le compte de quelqu'un, de quelque chose — ● Mettre quelque chose sur le compte de quelqu un, de quelque chose l en rendre responsable … Encyclopédie Universelle
compte — [ kɔ̃t ] n. m. • XIIe; cunte 1080; lat. computus, de computare I ♦ Détermination d une quantité. 1 ♦ Action d évaluer une quantité (⇒ compter); cette quantité. ⇒ 1. calcul, dénombrement, énumération. Faire un compte. Le compte des dépenses. Faire … Encyclopédie Universelle
compte — COMPTE. s. m. Calcul, nombre. Il sait le compte de son argent. On a donné à ce sommelier le linge, la vaisselle par compte, en compte. J ai trouvé cent écus dans ce sac, c est le compte. Faire un compte. Venir à compte. Je vous ferai votre compte … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
compte\ rendu — compte [ kɔ̃t ] n. m. • XIIe; cunte 1080; lat. computus, de computare I ♦ Détermination d une quantité. 1 ♦ Action d évaluer une quantité (⇒ compter); cette quantité. ⇒ 1. calcul, dénombrement, énumération. Faire un compte. Le compte des dépenses … Encyclopédie Universelle
compte — COMPTE. s. m. On prononce conte, Calcul, supputation, nombre. Il sçait le compte de son argent. on a donné à ce Sommelier le linge, la vaisselle par compte, en compte. j ay trouvé cent escus dans ce sac, c est le compte. Il signifie plus… … Dictionnaire de l'Académie française
Compte Courant — Pour le compte courant national, en sciences économiques : voir balance courante. Le compte courant est un compte utilisé dans les relations commerciales et financières représentant les rapports existant entre deux personnes qui, effectuant… … Wikipédia en Français
Compte bancaire — Compte courant Pour le compte courant national, en sciences économiques : voir balance courante. Le compte courant est un compte utilisé dans les relations commerciales et financières représentant les rapports existant entre deux personnes… … Wikipédia en Français
Compte de dépôt — Compte courant Pour le compte courant national, en sciences économiques : voir balance courante. Le compte courant est un compte utilisé dans les relations commerciales et financières représentant les rapports existant entre deux personnes… … Wikipédia en Français
Compte Rémunéré — Un compte rémunéré est un compte à vue ouvert dans une banque sur lequel le solde est rémunéré à un taux fixé par cette dernière. Le compte rémunéré ne doit pas être confondu avec le livret épargne. Cette rémunération des liquidités est… … Wikipédia en Français
Compte remunere — Compte rémunéré Un compte rémunéré est un compte à vue ouvert dans une banque sur lequel le solde est rémunéré à un taux fixé par cette dernière. Le compte rémunéré ne doit pas être confondu avec le livret épargne. Cette rémunération des… … Wikipédia en Français